Sigrid Jansson
In 2006 kreeg ik mijn eerste kindje, zoon Merlijn. Het leek mij handig en gezellig om hem te dragen. Aangezien er wat indisch bloed in ons gezin zit, leek de Slendang voor de hand te liggen. Dat vond ik echter wat eng omdat een kleine baby zijn nek nog niet goed recht kan houden, en dus kwam ik via de gebruikelijke kanalen (prenatal oa), al snel bij de babybjorn terecht. Ik heb Merlijn er veel in gedragen. Later ging hij in de slendang.
We vonden het beiden fijn en het was enorm handig om beide handen vrij te hebben. Ook is het vaak onhandig om een buggy bij je te hebben. Zeker op wat minder toegankelijke of drukke plekken of als je kindje ook zelf wil lopen. Ook vond ik het heel gezellig dat je met je kindje kon praten op min of meer gelijke hoogte en is het leuk voor het kindje als hij kan zien wat jij ziet.
In 2012 werd dochter Mare geboren. Ook haar wilde ik veel gaan dragen. Ik had inmiddels gezien dat er meerdere mogelijkheden waren, en had nog een andere drager gekocht naast de babybjorn en de slendang.
Toen ik haar als pasgeboren baby heel trots in de babybjorn droeg, hoorde ik dat dat helemaal niet goed voor haar was. Ik schrok me wild, en ging op zoek naar meer informatie.Het bleek dat de houding van de baby in de babybjorn en andere gangbare dragers niet goed is voor de ontwikkeling van de baby. Het ruggetje staat niet in de natuurlijke houding, de heupjes staan niet in juiste houding wat zou kunnen leiden tot heupdysplasie, en veel dragers nodigen uit tot het zgn. face-forward dragen, wat ook niet goed is voor de baby.
Ik ben met haar begonnen in een rekbare doek. Hartstikke handig voor auto in – auto uit. Daarna zijn we verder gegaan: geweven doeken, mei tai, ringsling, etc, en alles heeft zo zijn voordelen! En natuurlijk zijn deze dragers een stuk beter voor oa de heupjes.
Ik werd met Mare in de draagdoek regelmatig aangesproken over hoe leuk en gezellig het er uit ziet, en of ik het even voor wil doen. Er blijkt nog veel onduidelijk te zijn over het gemak en plezier van dragen in ergonomische dragers of draagdoeken.
Ik ben erg enthousiast over het dragen en wil mijn enthousiasme graag doorgeven!
Dat leidde tot de opleiding tot draagconsulente in december 2013, en de vervolgcursus in 2015. Ook ben ik naar de conferenties in Groningen en Antwerpen geweest voor bijscholing en om m’n kennis op te poetsen. In 2015 heb ik ook mijn certificaat torso draagconsulente gehaald.
Ik leg het graag uit!